Versterken Samenwerking

Het Nationaal Programma Palliatieve Zorg II (NPPZ II) zet zich in voor de versterking van de samenwerking in de palliatieve zorg. Dit doen we met verschillende projecten gericht op:

  • de inzet van in palliatieve zorg gespecialiseerde zorgverleners
  • netwerkgovernance
  • financiering
  • versterken hospicezorg

Deze projecten vormen de basis voor ons streven naar een meer samenhangende en effectieve palliatieve zorg.

Stand van zaken september 2024

Op deze pagina
Aanpak transmurale samenwerking in de palliatieve zorg

Aanpak transmurale samenwerking in de palliatieve zorg

Wil je ook transmuraal samenwerken in de palliatieve zorg of werk je al transmuraal samen en wil je daar passende/goede afspraken over maken en passend voor gefinancierd worden? Ben je nieuwsgierig hoe je daarmee kunt beginnen? De Aanpak transmurale samenwerking in de palliatieve zorg helpt je graag op weg.

Drie aandachtsgebieden

Drie aandachtsgebieden

Ondersteuning bij complexe casuïstiek
Het project Inzet in palliatieve zorg gespecialiseerde zorgverleners richt zich op de integratie van gespecialiseerde palliatieve zorgverleners in de zorgpraktijk. Gezamenlijk willen we overeenstemming bereiken over kwaliteitsnormen, financiering en netwerkgovernance en we volgen en stimuleren ontwikkelingen rond digitale ondersteuning voor registratie en dossiervorming. Hierbij werken we nauw samen met het team Digitale Gegevensuitwisseling. Daarvoor hebben we onder meer het rapport Pilots transitie consultatie uitgebracht en herzien we jaarlijks het Kwaliteitshandboek Consultatie voor de in palliatieve zorg gespecialiseerde zorgverlener.
Omdat er op dit moment veel landelijke ontwikkelingen in de consultatie van palliatieve zorg zijn, zijn de consulenten in juni in twee online bijeenkomsten bijgepraat. Na een korte schets waar we vandaan komen, kregen ze meer informatie over de ontwikkeling van het Kader Consultatie palliatieve zorg, de uitkomsten van het onderzoek ‘Voorbij de generalist’ en over mogelijkheden van passende financiering. Alle gestelde vragen tijdens de sessies zijn in een Q&A Informatiesessies Ontwikkelingen consultatie palliatieve zorg verwerkt.

Netwerkgovernance
In het project Netwerkgovernance draait het om het tot stand brengen van een gedragen visie op netwerkzorg. In samenwerking met de Netwerken Palliatieve Zorg (NPZ) werken we aan het bieden van inzicht in effectieve netwerkzorg en het ontwikkelen van hulpmiddelen hiervoor.

Passende financiering
Voor de juiste palliatieve zorg moet er altijd een passende financiering zijn. Daarom willen we de knelpunten in de financiering van palliatieve zorg zo veel mogelijk wegnemen. Dit doen we onder meer door de bestaande bekostigingsmogelijkheden beter in kaart te brengen en waar mogelijk te verruimen. Ook maken we de mogelijkheden voor contractering met de zorgverzekeraars beter inzichtelijk. Belangrijke realisaties van het project Passende financiering zijn onder meer de herziene Handreiking financiering palliatieve zorg 2024 en het FAQ-document bekostiging en contractering palliatieve zorg.
Eind juni kondigde de NZa een betaaltitel aan voor proactieve zorgplanning in de ziekenhuizen. De betaaltitel gaat in per 2025. Wat betekent dit voor de praktijk? Esther Verver was, samen met Manon Boddaert en Bernard Creutzburg vanuit het NPPZ II-team Passende financiering, sterk betrokken bij de komst van deze nieuwe betaaltitel. Lees haar verhaal Betaaltitel voor proactieve zorgplanning in ziekenhuizen gepland per 2025.

Versterken Hospicezorg

Project Versterken Hospicezorg

Het Nationaal Programma Palliatieve Zorg II (NPPZ II) is eind 2023 samen met de hospicekoepels ActiZ, Associatie Hospicezorg Nederland en VPTZ Nederland gestart met het project Versterken Hospicezorg. Doel van het project is de hospicezorg beter toe te rusten tot zorg die voor de zorgvrager nu en straks voldoende beschikbaar en kwalitatief goed is, en bovenal aansluit op de diversiteit en omvang van zorgvragen en capaciteit.

Netwerkevaluatie

Netwerkevaluatie

Het doel van de Netwerkevaluatie is om inzicht te krijgen in de samenwerking binnen een Netwerk Palliatieve Zorg én de resultaten van het netwerk om van te leren en waar nodig te verbeteren. In onder meer de Denktank is aangegeven dat er bij Netwerken Palliatieve Zorg behoefte is aan meer inzicht in de samenwerking binnen het netwerk en wat deze samenwerking concreet aan resultaten oplevert. Stichting PZNL heeft samen met de netwerken stapsgewijs gewerkt aan een methode om dit inzicht te verkrijgen.

Zelf aan de slag?
Wil jij als netwerk ook aan de slag met de Netwerkevaluatie? Lees dan verder op de themapagina over de Netwerkevaluatie of neem contact op met je regioadviseur of Eveline van Drielen (e.vandrielen@pznl.nl) voor een verkennend gesprek. Samen kijken we wat de Netwerkevaluatie voor jouw netwerk kan betekenen.

In de praktijk

In de praktijk

In 2024 komt de eerste versie van de Netwerkevaluatie uit. De Netwerkevaluatie is een methode voor netwerken om inzicht te krijgen in hun samenwerking binnen het netwerk én in de resultaten voor leren en verbeteren. Netwerk Palliatieve Zorg Haaglanden is één van de vier netwerken die meewerkte aan een pilot. Sven Zeilstra, programmaleider Palliatieve Zorg bij de Vereniging Transmurale Zorg Den Haag, vertelt hoe dat in z’n werk ging en hoe hij het heeft ervaren.

“Netwerk Haaglanden bestaat al 22 jaar. Na al die jaren wilden we heel graag reflecteren op het huidige functioneren van het netwerk en hoe we dat eventueel kunnen verbeteren. Toen ik hoorde over de Netwerkevaluatie heb ik contact opgenomen met Eveline van Drielen (projectadviseur bij Stichting PZNL) en onze interesse voor deelname aan een pilot kenbaar gemaakt”, aldus Zeilstra.
Een Netwerkevaluatie start met een voorgesprek tussen de projectadviseur en de netwerkcoördinator. Bij Haaglanden heeft Zeilstra die kar verder getrokken. Maar volgens hem hoeft dat niet persé de netwerkcoördinator te doen. “Het moet vooral iemand zijn die al goede contacten en korte lijntjes in het netwerk heeft.”

Vragenlijsten
In een volgende stap worden vragenlijsten uitgezet onder zorgprofessionals (die deelnemen aan het netwerk), bestuurders en de netwerkcoördinator. De vragen zijn gebaseerd op het model van samenwerken van Common Eye, het regenboogmodel van Pim Valentijn, criteria voor een netwerk van het Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland (domein 2.8) en het advies van de Denktank. Zeilstra: “De vragenlijsten die voor de pilot waren voorbereid, waren heel uitgebreid. Omdat je tijd vraagt van drukbezette bestuurders en zorgverleners hebben we ze gedurende het proces samen met Eveline goed ingedikt, zonder dat dit aan kwaliteit en inzicht heeft ingeboet.”

Begeleide dialoogbijeenkomsten
“Om de uitkomsten van de vragenlijsten met alle partijen te bespreken, heeft Eveline in het Programma-overleg (Stuurgroep van het netwerk) een presentatie gegeven over de uitkomsten. In dat overleg werd het gesprek met elkaar gevoerd over het rapport. Dat is ontzettend belangrijk en waardevol. En hoewel alle aangesloten zorg- en welzijnsorganisaties van het netwerk in het Programma-overleg zijn vertegenwoordigd, bleek in een bestuurdersoverleg dat toch niet alle bestuurders op de hoogte waren van het rapport. In de drukte van het dagelijks werk en soms door de grootte van de organisatie, landen de resultaten niet altijd direct op elke laag. Voor ons reden om het rapport nogmaals aan de bestuurders door te sturen. Iets wat ik iedereen die de Netwerkevaluatie gaat doen, wil aanraden. Het is namelijk van groot belang dat de verschillende lagen van de organisatie betrokken zijn, zodat je met elkaar verbeteringen tot stand kan brengen in de samenwerking”, aldus Zeilstra.

Plan van Aanpak
Samen stelden Zeilstra en Van Drielen een Plan van Aanpak op voor de doorvoering van verbeteringen. Onlangs kwam men binnen het netwerk op het idee om de Netwerkevaluatie te herhalen. “Ik wil graag met Eveline in gesprek om te kijken naar een korte versie die als ‘tussenevaluatie’ kan dienen. De leden van het netwerk willen op die manier vinger aan de pols houden als het gaat om het verbeteren van de samenwerking”, verzucht Zeilstra. Voor de huidige Netwerkevaluatie staat een doorlooptijd van 3 maanden. “Mijn ervaring is dat je daar beter een half jaar voor uit kunt trekken. Voordat de eerste bijeenkomst is gepland, de vragenlijsten zijn uitgestuurd, voldoende vragenlijsten ingevuld zijn, de nabespreking in een volgend Programma-overleg heeft plaatsgevonden en de verbeteracties zijn uitgezet, ben je een half jaar verder. Dit geeft tevens wel rust en ruimte om de Netwerkevaluatie op een gedegen manier uit te voeren.”

Geleerde lessen
“De uitkomsten van de vragenlijsten worden samengevat in een rapport. Dit rapport geeft inzicht in wat de leden goed vinden gaan of wat volgens hen aandacht behoeft. Het gemiddelde rapportcijfer van een 7,2 voor samenwerking werd door de leden herkend en is ook weer een haakje voor een gesprek. De uitkomsten waren niet heel groots, maar behapbaar; iets waarmee men aan de slag kan. De uitkomsten waren soms een bevestiging van dingen die men herkende. Bijvoorbeeld de wisselingen in het netwerk. Het aantal wisselingen is niet helpend. Je moet mensen steeds weer opnieuw in het proces meenemen. Goed om dat bevestigd te zien en met elkaar te bespreken hoe we de impact daarvan in de toekomst zoveel mogelijk kunnen beperken. Een Netwerkevaluatie vind ik voor ieder netwerk een aanrader, mits betrokken partijen er heil in zien. Je moet het niet doen omdat het er is. Het hoeft geen 100 procent zijn die ja zegt, 50 procent is genoeg, waarbij de rest er dan ook profijt van heeft.”

Wil jouw Netwerk hier ook mee aan de slag? Lees dan verder op de pagina over de Netwerkevaluatie.