Ook Consortium PalZo diende in juli jl. een projectaanvraag in voor de Stimuleringsimpuls Versterken Hospicezorg. Projectgroepleden Wilma Ratering en Ineke Bennink vertellen over hun ervaringen in Zuidoost Nederland.
Binnen West-Achterhoek is hospice Sravana In Doetinchem al 25 jaar een begrip en is Ter Borghe in Terborg sinds 2006 de Palliatieve Unit binnen zorgcentrum Antonia binnen stichting Azora. “In deze regio zijn wij de enige twee organisaties die hospicezorg bieden en zijn geen concurrenten van elkaar. Een palliatieve fase kun je maar een keer goed doen. Als het niet loopt zoals gehoopt, kun je het niet meer overdoen. Je doet het niet voor jezelf, maar voor de cliënt. Voor hem moet het het beste zijn”, vertelt Wilma Ratering, strategisch adviseur bij Azora en als projectgroeplid betrokken bij het Versterken Hospicezorgproject. “Je laat de cliënt zelf de keuze maken, als wij geen plek hebben, dan contacten we Sravana. Voor de cliënten moet het niet uitmaken waar ze naartoe gaan. De zorg moet even goed zijn. Dit kan niet anders dan dat er een hele nauwe samenwerking is. Mijn nieuwe collega bij Sravana, Ineke Bennink, zag dat ook en wilde nog meer samenwerken en toen kwam het stimuleringsproject. Hoe mooi kan het zijn.”
“Samen met onze VPTZ-coördinatoren en een teammanager thuiszorg hebben Wilma en ik de volgende drie projecten opgepakt: het programma Bewust stoppen met eten en drinken, het onderzoek naar de inzet van VPTZ-vrijwilligers en een overzicht met alle terminale zorg bedden en thuisondersteuning met hun specificaties in in de Achterhoek”, vult Ineke Bennink, coördinator van hospice Sravana, aan.
Bewust stoppen met eten en drinken
“Een eerste project waar we graag mee aan de slag wilden, is de handreiking ‘Zorg voor mensen die stoppen met eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen’. Dit komt voort uit een casus, waar velen binnen onze organisaties bij betrokken waren. De landelijke handreiking was er, maar hoe ga je daar in de regio mee om en wat betekent dit voor de individuele organisaties. Dat wilden we nu samen goed aanpakken”, aldus Ratering.
“Hoe werk je samen en zorg je ervoor dat de cliënt die deze keuze wil maken dat weloverwogen doet en dat er in de voorwaardelijke sfeer, nodig om het proces goed te laten verlopen, alle stappen op een goede manier gezet worden.
Bennink: “Binnen het stimuleringsproject is in de regio een goed afgestemd protocol gemaakt over wat iedereen in de randvoorwaardelijke sfeer moet regelen en uitvoeren zodat de cliënt op een goede manier dit proces kan doorlopen. Afgelopen half jaar is daarover voor wijk- en oncologieverpleegkundigen scholing georganiseerd. En in het voorjaar 2025 gaan we dit ook voor vrijwilligers organiseren, zodat iedereen weet wat de afspraken op dit gebied zijn en hoe je goede zorg kunt bieden aan deze groep cliënten zodat vrijwilligers en zorgverleners niet meer onvoorbereid in zo’n intensieve situatie terechtkomen.”
Elke organisatie moet nu ook nog een verdere vertaalslag naar de eigen organisatie maken. Binnen Azora en Sravana zijn daar al afspraken over gemaakt en in de gevormde werkgroep is de monitoring hiervan geborgd.
Onderzoek over inzet VPTZ-vrijwilligers in de Achterhoek
Bennink: “Binnen de regio merkten we al een tijdje dat de vraag voor thuisondersteuning van vrijwilligers af nam. De meeste mensen dachten dat er meer pr gedaan zou moeten worden. Om dit zeker te weten, hebben we een onderzoek gedaan. We hebben een vragenlijst afgenomen onder wijk- en oncologieverpleegkundigen of zij op de hoogte waren van mogelijkheden van de inzet van thuisondersteuning, of zij de afnemende vraag herkenden en of zij daarvoor een verklaring voor konden geven., Vervolgens zijn er interviews afgenomen waarin verdiepende vragen zijn gesteld. En wat bleek: deze inzetmogelijkheid is heel erg bekend, maar het stervensproces is veranderd. Het blijkt dat vooral oncologische patiënten langer zelfstandig zonder hulp kunnen functioneren en dat wanneer de omslag komt, men eigenlijk heel snel achteruit gaat en het sterven nabij is. Daarbij wordt er in deze laatste fase vaak palliatieve sedatie toegepast en kiezen mensen vaker voor euthanasie. Familie wil deze korte tijd zelf in intieme sfeer afscheid nemen De thuisondersteuning is daardoor minder vaak nodig. In de regio willen we verder met de aanbevelingen uit dit onderzoek. Een plan van aanpak is daarvoor inmiddels gereed.”
Overzicht terminale zorg Achterhoek
Tenslotte bleek dat het voor verwijzers vaak ingewikkeld is om te weten welke vormen van terminale ondersteuning er in de regio Achterhoek zijn, en hoe het aanmelden gaat. “Binnen het Netwerk West- en Oost-Achterhoek en Zutphen hebben we dit in kaart gebracht en in een mooi schema weergegeven. waar welke hospices, palliatieve unit en ELV-plekken bij zorginstellingen zitten. Wat ze te bieden hebben en wat hen onderscheidend maakt. De schema’s kunnen in de toekomst door verwijzers worden gebruikt”, aldus Bennink.
Waar zijn jullie trots op?
“Op onze samenwerking”, roept Wilma Ratering meteen. “En dat we zo snel zoveel voor elkaar hebben gekregen”, vult Ineke Bennink aan. Ratering: “We spreken allemaal dezelfde taal. Met als uitgangspunt dat we het voor de client doen en niet voor eigen- of organisatiebelang. Doordat we al intensief met elkaar samenwerkten, hebben we een vliegende start kunnen maken. De Stimuleringsimpuls heeft zeker geholpen om dingen die we al heel graag wilden doen, nu ook echt te kunnen doen en beter te doen.”
Wat zijn geleerde lessen?
Ratering: “Probeer ook over je eigen schaduw heen te stappen. Het helpt als iedereen eerst even pas op de plaats maakt en samen kijkt naar het gezamenlijk belang, daarna kun je veel sneller.” En beiden zijn het met elkaar eens dat marktwerking in de zorg niet werkt. “Denken in termen van concurrentie werkt niet. Je stimuleert elkaar op die manier niet om beter te worden. We moeten juist samenwerken. Als je dat gesprek aan durft te gaan, kom je samen een heel stuk verder”, besluit Bennink.
Uitbreiding bedden
“Voor het aantal bedden die we in de toekomst nodig zouden moeten hebben, bevestigde het rapport Berenschot onze eigen bevindingen: er is een lichte geleidelijke groei van het aantal hospiceplaatsen in deze regio noodzakelijk.” Zowel Sravana als Azora werken dan ook samen aan uitbreiding van de capaciteit. “Ook wordt gekeken hoe de Eerstelijnsverblijf voor palliatieve terminale zorg (ELV)-bedden bij collega zorginstellingen inzichtelijk kunnen worden gemaakt en in de scenario’s kunnen worden meegenomen. Die aantallen en de samenhang daarmee zijn in onze regio aanzienlijk en beïnvloeden de capaciteit. Binnen de bestaande werkgroep is afgesproken 2x per jaar bij elkaar te komen om de capaciteitstrends en andersoortige trends te delen, en nauwgezet te volgen. Naast de goede samenwerking die we al binnen de regio hadden, hopen we dat we daar de komende jaren, ook als de stimuleringsimpuls ophoudt, mee doorgaan.”
Op de foto de projectgroep met v.l.n.r.: Ineke Bennink (coördinator stichting Sravana), Hetty Top (netwerkcoördinator Netwerk Palliatieve Zorg Achterhoek en regio Zutphen), Yvonne Jansen (coördinator VPTZ hospice Sravana), Janette Alink (coördinator VPTZ West Achterhoek), Wilma Ratering (strategisch adviseur, leidinggevende palliatieve unit Ter Borghe; stichting Azora). Lisa Kasperaitis (teammanager thuiszorg) ontbreekt op de foto.