Het Nationaal Programma Palliatieve Zorg (NPPZ) II is halverwege. In een gesprek blikt Erik-Jan Wilhelm, directeur van het programma, terug op de afgelopen twee jaar en vooruit op de komende twee jaar.
“Toen ik twee jaar geleden begon als programmadirecteur had ik nog geen duidelijk idee wat de grootste kansen en uitdagingen zijn voor de palliatieve zorg en voor een implementatieprogramma als het NPPZ II. Dat is nu wel anders”, steekt Erik-Jan van wal. “Wat mij meteen in het oog sprong, is de bevlogenheid van de mensen voor wie palliatieve zorg hun werk is, binnen de zorginstellingen, netwerken en PZNL. Daarnaast viel mij de enorme versnipperdheid op en de neiging om steeds opnieuw dingen te ontwikkelen, terwijl er zoveel voor handen is. Denk bijvoorbeeld aan het Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland of andere instrumenten die er al zijn. De grote uitdaging werd daarmee ook helder: hoe bereiken we vanuit het nationaal programma die mensen die niet van palliatieve zorg hun werk hebben gemaakt en daar misschien minder intrinsiek voor gemotiveerd zijn, maar zo hard nodig zijn voor het leveren van goede palliatieve zorg? Hoe zorgen we ervoor dat partijen in de palliatieve zorg over hun eigen schaduw heen stappen en gaan samenwerken? En hoe maken we gebruik van al die kennis en middelen die al ontwikkeld zijn en kunnen we deze implementeren. Van verbijzondering middels implementatie naar integratie van de palliatieve zorg in de reguliere zorg, dat zie ik als de belangrijkste doelen van het nationale programma. Met het NPPZ II kunnen we hier een ontzettende impuls aan geven.”
Maatschappelijke bewustwording
“Als ik nu met mensen in mijn omgeving praat over palliatieve zorg praat, gebeurt er iets bij hen. Het zet ze aan het denken en ze komen er vaak later op terug. Dat vind ik heel mooi. Er ligt bij ons een duidelijke maatschappelijke opdracht”, aldus Erik-Jan.
Op het gebied van de maatschappelijke bewustwording is de afgelopen twee jaar hard aan de weg getimmerd met de publiekscampagnes ‘Ongeneeslijk. Niet uitbehandeld’ en het Kiezen&Delen-kaartspel. “Tijdens het Nationaal Congres Palliatieve Zorg presenteren we op 11 oktober een nieuwe publiekscampagne en van de Dag van de Palliatieve Zorg maken we dit jaar (12-19 oktober) samen met onze stakeholders een hele Week van de Palliatieve Zorg. Daarnaast gaan ambassadeurs (patiënten, zorgverleners en BN’ers) ons de komende jaren helpen palliatieve zorg nog meer bij de burgers én de zorgverleners voor het voetlicht te brengen. Het is mooi om te zien hoeveel mensen hier met veel energie en plezier de schouders onder zetten.”
Transformatie palliatieve zorg
“Maar ook op zorginhoudelijk gebied gebeurt er veel. Toen vorig jaar bleek dat het Integraal Zorgakkoord (IZA) vol inzet op de transformatie van de zorg hebben we samen met Gupta Strategists het rapport ‘De olifant de kamer uit’ en de landelijke Strategische agenda Transformatie palliatieve zorg opgesteld. Er zijn inmiddels 12 regio’s die de Transformatie palliatieve zorg handen en voeten willen geven. Momenteel ondersteunen we die regio’s met het schrijven van de IZA-sneltoets en de Transformatieplannen palliatieve zorg. Mooi dat we daar met z’n allen zo snel op hebben kunnen anticiperen.”
Andere Strategische thema’s
Erik-Jan: “Het is goed om elk kwartaal een stuurgroep te hebben waar generieke en specialistische partijen bij elkaar komen om de voortgang van het programma te bespreken en daar waar nodig bij te sturen. In al onze werkzaamheden proberen we voorspelbaar, transparant en consistent te zijn. We Meten en Monitoren of dingen het beoogde effect hebben en sturen waar nodig bij. Projecten Consortia is hier een goed voorbeeld van. De aanvragen kwamen weliswaar binnen, maar niet genoeg voor het budget dat we hiervoor hadden gereserveerd. Door de toekenningscriteria aan te passen en meer aan te laten sluiten op de IZA Transformaties en Kansrijke en Opschaalbare projecten hebben we bijgestuurd. Daarnaast is geld vrijgemaakt voor het Project Versterken Hospicezorg. Na een onderzoek naar de huidige en te verwachten hospicecapaciteit konden alle Consortiumregio’s projecten indienen voor het toekomstbestendig inrichten van hospicezorg in de regio. Alle zeven Consortia hebben dit inmiddels gedaan en kunnen met de Stimuleringsregeling tot eind van het jaar aan de slag. Waarmee niet is gezegd dat alles dan al helemaal af is. Hopelijk is dit een aanzet om de hospicezorg in de regio zo in te richten dat die voor de zorgvrager/burger nu en straks voldoende beschikbaar en kwalitatief goed is, en aansluit op de diversiteit aan zorgvragen en de beschikbare en toekomstig benodigde capaciteit, ook na het NPPZ II.”
Nog ruim twee jaar te gaan
“Ik vind het eigenlijk wel prettig dat er minder tijd in het programma beschikbaar is, dat zorgt voor druk en duidelijke keuzes. Alleen daar waar we echt effect kunnen hebben in de tijd die ons rest, steken we tijd en energie in. En het is steeds makkelijker deze keuzes goed te maken, want we hebben veel meer ervaring dan twee jaar geleden.
Het enige waar ik nog wel eens van wakker lig, zijn de ‘unknown unknowns’. Richten we ons wel voldoende op de toekomst? Kijken we wel voldoende in de breedte? Je hebt de neiging je te richten op wat je kent en weet, maar met meer van hetzelfde komen we er niet. Als er één ding duidelijk is, is dat de gezondheidszorg drastisch gaat veranderen de komende decennia onder invloed van technologische ontwikkelingen, zoals AI, robotisering en personalized medicine. Dat betekent dat we ook hele nieuwe modellen van zorgverlening krijgen, waar we nu nog geen weet van hebben…..”